In de tijd van de Profeet Hz. Muhammed (saws) en zijn metgezellen (Ashab) werd de term Soefisme niet onderscheiden tot een duidelijk discipline. Integendeel, het was onafscheidelijk en essentieel in de spiritualiteit van de Islam. ‘Het was een werkelijkheid zonder naam’ wat in het dagelijks leven van de metgezellen uitgeoefend werd door hun spirituele initiatie uit de hand van de Profeet (saws). Hij was hun ‘levend toonbeeld’ en hun bron van inspiratie.
Historisch gezien kunnen de metgezellen van de Profeet (saws) de eerste Soefis worden genoemd omdat zij regelmatig bijeenkomsten van invocatie (Dhikr) hielden en waren een levend voorbeeld van deze Quran openbaring:
‘Blijf bij degenen die hun Heer ‘s morgens en ‘s avonds aanroepen en die Zijn welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen door het zoeken van de praal dezer wereld en gehoorzaam niet aan hem, wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt voor de gedachte aan Ons, noch degene die zijn begeerte volgt en wiens geval het ergste is.’ (Quran, Al-Kahf 18:28)
Daarom is het duidelijk dat de Profeet (saws) de goddelijke bevel ontving om voortdurend een beroep te doen op de aanwezigheid van Allah met deze groep metgezellen. Veel van de metgezellen van de Profeet Muhammed (saws) waren van buitenlandse komaf (o.a. Bilal uit Ethiopië, Salman uit Perzië) Zij hadden veel onrecht en mishandeling moeten doorstaan van de edele volksstam van Qureysh. Zowel hun materiële armoede en hun hoge spirituele aspiratie zorgde voor dat ze in aanmerking kwamen om Faqir benoemd te worden (betekent arm tegenover Allah).
Hz. Ali (qs) was de neef, de schoonzoon en de hechte metgezel van de Profeet (saws). Hij wordt beschouwt als het beginpunt van de voornaamste ketens van overdracht van de spirituele erfenis van de Profeet (saws). Andere overdragers van belang zijn Enes bin Malik (ra) en Salman Al Farsi (ra)
Voorbij de geschiedenis, Soefisme (Tasawwuf) belichaamt de diepere spiritualiteit van Islam of met andere woorden de ‘Haqiqah’ (innerlijke, essentiële waarheid)
Dit is de reden waarom de kern van het Soefisme (Tasawwuf) de praktijken karakteriseert van de asceten van de eerste generaties, hoewel de term ‘Soefisme’ nog niet gebruikt werd in die periode. In de bewoording van Hujwiri; ‘In de tijd van de Metgezellen en hun opvolgers bestond deze naam niet maar de werkelijkheid wees aan dat het bij ieder van hen nauw bekend was.’
Soefisme put uit de bron van Goddelijk Licht en de Goddelijke geheimen die de Quran bevat. Dit is de exacte reden waarom de Soefis Tasawwuf verklaren als een kennis wat tevoorschijn komt door de ervaring van dichtbij Allah zijn. Deze kennis dient voor de ontwikkeling van de mogelijkheden wat al diepgeworteld is in de openbaring van de Quran. De ontwikkeling van Tasawwuf was een reactie op de behoefte van de gemeenschap voor de uitdrukking van de principes, wetenschap en de kennis uit de Heilige Quran. De essentie van Soefisme is tevens duidelijk opgenomen in de Hadith al-Sharif van de Profeet (saws): “Aanbid Allah alsof je Hem ziet; en als je Hem niet ziet dan aanbid Hem in de weet dat Hij jou ziet.”
De Soefis en de gelovige geleerden zijn in overeenstemming dat deze staat de zuiverheid, edelheid en het gedrag van de Profeet (saws) belichaamt wiens hart verzuiverd is van alles wat Allah niet weerspiegelt. Niemand anders heeft de edele karakter van de Profeet (saws) kunnen belichamen dan zijn metgezellen en de generatie die hen volgde. Dit is waarom de Soefis overtuigd zijn dat alle metgezellen echte Soefis waren, wat de historische oorsprong van de term ook moge zijn.