Weet dat Allah qulls (bedienden) heeft, waarvan de harten vol is van Zijn Liefde! Ze kijken uit naar de komst van de dood vanwege hun verlangen naar hun Geliefde. Ze verafschuwen een te lang verblijf in deze wereld. Voordat ze vertrekken uit deze wereld, is er geen rust voor hen. Ze raken verdrietig als ze te lang blijven. Hun verlangen om vrij te komen van deze wereld is intenser dan een verschroeide mans dorst voor koud water. Wanneer hun dood nadert, brengt de engel des doods, met zeventigduizend engelen, hen de begroeting van Allah. Zoals Allah gebood: “Zij zijn de mensen wier zielen zuiver genomen wordt door de engelen die zeggen: ‘Tot degenen, die de angelen doen sterven terwijl zij rein zijn, wordt gezegd: ˝Vrede zij u. Gaat de hemel binen voor hetgeen gij deedt.˝ (Quran, An-Nahl, 32.)
Zodoende komt de engel des doods met een gracieuze geur en zijn meest barmhartige gezicht naar het Mumin. De Mumin zegt ‘Welkom’ tegen hem en vraagt waarom hij komt.
De engel zegt: ‘Ik ben gekomen om uw ziel te nemen op de wijze die u wilt!’ De Mumin vraagt de engel om zijn ziel te nemen aan uitputting. De engel des doods doet zoals de Mumin heeft gewenst. Hierna benaderen de beschermengelen benaderen de Mumin. Een van de engelen zegt tegen de andere: ‘Hij was onze vriend en onze broeder. Nu is het tijd om te scheiden van hem.’ De beschermengelen vertellen de Mumin: ‘Moge Allah u genade schenken, moge Hij u vergeven! Wat een genadige broer, wat een gracieuze Mumin bent u geweest! Hoe gracieus heeft u zich aangehouden op uw Nafs!’ En ze sturen hem op zijn weg.
‘Maar gij, o ziel in vrede! Keer tot uw Heer terug, verblijd in Allah’s welbehagen.’ (Quran, Al-Fadjr, 27-28)
Vervolgens komt de Mumin tot zichzelf en zijn ziel zegt tegen zijn lichaam: ‘Verlaat mij met voldaan genade. Toen je in de wereld was, had je goedheid en goede mensen lief, je haatte slechtheid en slechte mensen. Ik heb je aan Allah ingediend.