“Keer tot uw Heer terug, verblijd in Allah’s welbehagen…” (Quran, Al Fadjr 89:28)
Als de veilige zelf opstijgt naar zijn Heer, neemt het licht van het hart toe en in het hele lichaam worden de zinnelijke verlangens van het ego omgevormd tot het verlangen naar wat de Profeet (saws) bracht in de Quran.
Voor de veilige Zelf is nu de ontbering en gemak hetzelfde, evenals verlies en voordeel, onthouden en het geven; want het is nu zeker (nadat het veilig is) dat elke actie en daad alleen van Allah komt, Allah is Meester, Almachtig en Schepper. Hij is degene die Genade en Compassie schenkt. Hij is degene die Zachtaardig en Weldadig is naar hem toe. Alles wat uit zijn Geliefde komt aanvaardt hij en dus is hij tevreden met alles.
Op dit niveau is het geloof van het Zelf; indien hij geprobeerd heeft en geduldig is en het wordt dan gegeven, is hij dankbaar.Als het ontnomen wordt, wordt het geaccepteerd en als het verongelijkt is, is het vergeven. Het is inmiddels het Zelf met een gezond en degelijk hart. Het wisselt in alle staten tussen vertrouwen (Tawwakul), eenwording (Tawhied), tevredenheid (Rıza) en overgave (Tassliem) aan Allah. Het kenmerk van deze Zelf is een constante vrolijkheid, erkentelijkheid en dankbaarheid, wat er ook gebeurt.
Dit is de tweede fase van het Volledige Zelf (Nafsi Kamilah), het is de rang van het dienaarschap. Zeer weinig mensen kunnen deze hoge rang nastreven om te bereiken.
Tot en met dit niveau wordt de zoeker onderwezen door woorden en / of voorbeelden van anderen dan zichzelf, door middel van Ilm al Yaqin (de kennis van Zekerheid). Nu heeft hij door middel van persoonlijke ervaringen en openbaringen het niveau benaderd van de kennis: Ayn al Yaqin (Zekerheid bij het Zien).
Tot nu toe was alles relatief. Nu is hem de Waarheid (Haqiqah) aangeboden. De manifestatie van deze staat is liefde, allesomvattende liefde. Hij ziet alles en iedereen als de volmaakte handelingen van Allah, dus hij heeft ze lief als de handelingen van de Geliefde. Hij bereikt een perfecte overgave aan alles, wat er ook gebeurt.
Dat is de “Waarheid van de Islam”. Er is volmaakte harmonie, waar hij zich van bewust is. Als hij meester is van zijn Nafs zijn er geen mogelijkheden tot vergissing en de Nafs zelf is uitgegroeid tot een Moslim, onderworpen aan zijn Heer. Hij wil niets anders dan wat hij al heeft.
Vandaar dat hij voor zichzelf niets vraagt van Allah. Maar wanneer hij bidt voor iemand anders worden zijn gebeden onmiddellijk beantwoord. In het spirituele rijk zit hij op de troon, tegelijk is de buitenwereld aanwezig om te dienen. Zijn aanvaarding, onderwerping, plezier, dankbaarheid en liefde voor zijn Heer is zo volmaakt dat de Heer met Welbehagen terug reageert naar Zijn dienaar.
De herinnering is Hayy (de Levende).