Het is het Zelf die gegroeid is naar de eerste rang van de ontwikkeling in de richting van intimiteit, tevredenheid en liefde voor Allah. De verfijning is bereikt door de toenemende betrokkenheid en door middel van eerlijke en oprechte nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de ware weg met al zijn aspecten. In het bijzonder met betrekking tot de menselijke relaties en het gedrag ten aanzien van de handelingen van verering. De Profeet (saws) zei; “De religie (Din) is in het gedrag” en “De goeden onder jullie zijn degenen met het beste karakter”
Het Veilige Zelf is op de paden, de methoden en middelen van bescherming en genezing getreden door middel van zelfonderzoek, weerstand, streven, en toewijding. Deze inspanningen dragen de vruchten van zekerheid in de waarheid dat Allah alleen de Acteur is. Hij is de oorzaak en motivator van alles want er is geen God dan Hij en geen Heer dan Hij. En Allah is in al zijn daden genadig en gul. Hij kent de belangen van het Zelf. Deze zekerheid leidt tot vertrouwen in Allah. Het Zelf krijgt alle vertrouwen in het feit dat wat bij Allah is beter en duurzamer is dan alles wat in zijn eigen bezit of in het bezit van anderen is. Dus het Zelf wordt nu zeker om niet langer zichzelf bezig te houden met iets anders dan Wie hij in vertrouwen heeft, zijn Heer, Allah.
Dit is het eerste niveau van volwassenheid voor het Zelf. Het hart begint te schijnen met het licht van bewustzijn. De macht van het ego begint te krimpen en zuiverheid, verfijning, helderheid en licht domineren het hart. Nu begint het Zelf zijn ware eigenschappen te vertonen die eerder verborgen waren; dit zijn de eigenschappen van dienaarschap (Ubudiyyah), machteloosheid – alle macht overgeleverd aan Allah (‘Ajz), nederigheid (Zhull), armoede – niet gehechtheid (Faqr), behoeftig (Ihtiyatj) en uitsterving (Fana’).
Hij is nu onder de leiding van zijn menselijke ziel die behagen schept om het voorbeeld van de Profeet (saws) te volgen. Hij bezit de kwaliteiten die Allah prijst: hij is vriendelijk, vrijgevig, geduldig, vergevingsgezind, oprecht, dankbaar, voldaan en in vrede.
Ieder woord dat afkomstig is van zijn lippen is heilig, ofwel van de Heilige Quran, of uit de traditie van de Profeet (saws) ofwel van de leer van zijn ziel. Hij is een leraar niet alleen door middel van woorden maar ook door het goede voorbeeld. Mirakels (Keramat) die door hem tot uiting komen schrijft hij toe aan andere oorzaken, eist ze nooit op, onteigent ze op het punt van ze te ontkennen. Zijn iedere handeling komt overeen met de Opperste. Hij heeft zijn naam van Insan herwonnen, een echt mens. De naam ‘Insan’ is afgeleid van het woord ‘Üns’ (de nabijheid, intiem met zijn Heer). Zijn Heer zal hem van nu af aan bij de hand pakken en zonder veel moeite vooruit leiden.
De herinnering is Haqq (Waarheid)